Advantage Database Server
<< Click to Display Table of Contents >> Navigation: Overige handleidingen > Advantage Database Server |
De installatie van de ADS-server gebeurt op 1 computer/server waarop een volwaardige windows-versie draait. Een standaard NAS-server is hiervoor dus niet geschikt.
Voor een correcte werken van de ADS-server in combinatie met de AXITO-software, zijn er 2 configuratiebestanden die dienen ingesteld te worden.
Dit configuratiebestand wordt gebruikt om een communicatie tussen het AXITO-programma en de ADS-server. Meestal kan het AXITO-programma de server zelf vinden via een auto-recovery methode en is dit ads.ini bestand niet eens nodig. Uitzonderlijk lukt het automatisch vinden van de ADS-server niet, en kunnen we via het ads.ini bestand aangeven waar de ADS-server zich bevind.
Dit ads.ini bestand vind je terug in de map waarin het AXITO-programma wordt gestart. Meestal is dit in een map \CTS\EXE.
Dit bestand is opgebouwd uit een aantal secties die beginnen met een sectie-titel tussen vierkante haakjes [titel]. Daaronder staan dan 1 of meerdere configuratieregels.
Voorbeeld:
[SETTINGS] ADS_SERVER_TYPE = 7 DEFAULT_PROTOCOL = 1
[SERVER_NAAM] LAN_IP=192.168.1.200 LAN_PORT=6262 |
[SETTINGS] |
Dit is de eerste sectie-titel en mag niet aangepast worden. |
ADS_SERVER_TYPE = 7 |
Dit mag niet gewijzigd worden. |
DEFAULT_PROTOCOL = 1 |
Dit mag niet gewijzigd worden. |
[SERVER_NAAM] |
Dit is de tweede sectie-titel en hierin moet de computernaam ingevuld worden van de computer/server waarop de ADS-server is geïnstalleerd. |
LAN_IP = 192.168.1.2 |
Dit is het IP-adres van de computer/server waarop de ADS-server is geïnstalleerd. Dit moet aangepast worden naar de juiste waarde. |
LAN_PORT = 6262 |
Dit is de poort waarop de ADS-server luistert naar communicatie van buitenaf. Dit mag niet gewijzigd worden. |
Eenmaal de verbinding is gemaakt tussen de ADS-server en het AXITO-programma, moeten we de server zeggen waar de AXITO-data staat. Dit gebeurt via het axito.ini bestand. Ook dit bestand is opgebouwd uit meerdere sectie, echter enkel de sectie [DataBase] gaan we hier bespreken.
Voorbeeld:
[DataBase] DBengine = ADS DBserver = yes DBremote = yes DBdrive = N: DBpath = \CTS\FILE |
[DataBase] |
Dit is de sectienaam en mag niet gewijzigd worden. |
DBengine = ADS |
Dit geeft aan hoe er met de AXITO-data gecommuniceerd wordt. Mogelijke waarden zijn: •ADS = via de Advantage Database Server. •CDX = Via de interne database-engine. Deze waarde ongewijzigd laten. |
DBserver = yes |
Dit geeft aan dat er gewerkt wordt met een database server. Deze waarde niet wijzigen. |
DBremote = yes |
Om aan te geven dat er ook vanuit andere computers kan gewerkt worden. Deze waarde niet wijzigen. |
DBdrive = N: |
Dit geeft aan in welke drive de AXITO-data terug te vinden is. Deze waarde controleren en aanpassen indien nodig. |
DBpath = \CTS\FILE |
Dit geeft aan in welke path de AXITO-data terug te vinden is. Deze waarde controleren en aanpassen indien nodig. |
De firewall in Windows dient correct geconfigureerd te worden, alvorens u de ADS-server kunt gebruiken. Indien dit niet gebeurd, zal het AXITO-programma op de verschillende werkstations de ADS-server niet kunnen vinden omdat dit door de firewall wordt geblokkeerd.
Afhankelijk van de windows-versie waarop de ADS-server is geinstalleerd, is de configuratie van de firewall ook windows-afhankelijk. Het komt erop neer dat 2 regels worden toegevoegd voor de in- en uitgaande communicatie.